Herbestemming: Langhuis Oosterleek – Oosterleek

Projectgegevens

Naam Langhuis Oosterleek
Adres Oosterleek 39, Oosterleek
Bouwjaar 18e eeuw, (jaartal onbekend, voor 1774, met 19e eeuwse aanpassingen)
Voormalige functie woonhuis annex boerderij
Nieuwe functie overnachtingsaccommodatie met museale openstelling
Oplevering maart 2018
Status Rijksmonument (sinds 1974)
Architect(en) ing. D. Wolthuis en ir. A. Adolph i.s.m. TPAHG architecten

For privacy reasons Google Maps needs your permission to be loaded. For more details, please see our Privacy.
Ik Accepteer

Zeldzaam 18e eeuws langhuis zorgvuldig gerestaureerd

Nog net op tijd is het langhuis in Oosterleek van instorting gered. Na jarenlange inspanning en een voorbeeldige restauratie kun je er nu slapen in de sfeer van het laat-negentiende eeuwse boerenbedrijf. Dit project heeft in 2022 een update gekregen. 

[Lees: update 2022]
Toen

Lange tijd stonden er in West-Friesland veel meer van dit soort huizen. Inmiddels staat dit exemplaar in Oosterleek voor een uiterst zeldzaam geworden type: een West-Friese langhuisboerderij. Dit bouwtype, eigenlijk vooral woonhuis, heeft een langwerpige plattegrond zonder gang, de vertrekken zijn achter mekaar geschakeld. Achtereenvolgens vind je er de voorkamer, een middendeel met bedsteden, vervolgens de keuken met gekoppelde schouw, een bergruimte met kelder en helemaal aan het eind een stal voor maximaal drie koeien. Al sinds 1974 is het Langhuis in Oosterleek een rijksmonument, samen met de 17e eeuwse kerk het enige van het dorp. Sinds 1900 is het in bezit geweest van de familie Balk. De laatste bewoner, Aafje Smit-Balk, overleed in 1984. Haar echtgenoot, NRC-journalist Jaap Balk, gebruikte het nadien als weekendhuis. Met zijn overlijden in 1995 kwam een eind aan een lange bewoningsgeschiedenis. Ruim twintig jaar stond het leeg.

Het dorp, een kleine gemeente met nog geen 100 inwoners, zag het huisje al die tijd verslechteren. De twee erfgenamen van de familie Balk waren er nooit uitgekomen er iets mee te doen. Ook de omliggende percelen met de hoogstamboomgaard (eveneens monumentaal) waren sinds de jaren negentig niet meer onderhouden. Pogingen van omwonenden, de gemeente en eventuele kopers hadden niets opgeleverd. De jaren van verwaarlozing hadden geresulteerd in een bijzondere situatie. Het ‘huisje van Balk’ was een overwoekerd bouwval waar schijnbaar niets meer aan te redden viel, maar tegelijkertijd was het een uniek tijdsdocument geworden: met een nog immer ingericht interieur leek het bevroren in de tijd.

(Meer lezen? Op de website van Oneindig Noord-Holland staat meer verdieping)

Herbestemming

Toen Vereniging Hendrick de Keyser het huis in 2016 aankocht, was het één voor twaalf, vertelt Daan Wolthuis, projectleider bij Hendrick de Keyser. Het huis stond schots en scheef, het dak was gedeeltelijk ingezakt, klimop groeide door de muren heen, het hout was verrot, tegeltableaus uit het huis geroofd. Wat er nog wel was: het originele houtskelet, delen van de gevel, kozijnen met de originele roeden, vloerbalken, en allerlei zeldzame authentieke details, zoals 19e eeuwse houtimitaties. Bijzonder was dat de plattegrond nog volledig intact was, geheel volgens laat 19e eeuws gebruik. De jarenlange verwaarlozing betekende dat er sinds het vertrek van de laatste Balk niets veranderd was. ‘De jassen van mevrouw Balk hingen nog in de kast, de schrijfmachine van meneer Balk stond nog op tafel’, vertelt Paul Heilig (gemeente Drechterland). Als medewerker vergunningen heeft Heilig het proces van begin tot eind meegemaakt. Hij was het die Hendrick de Keyser opbelde met de vraag eens naar de vervallen boerderij te komen kijken. ‘Zij zagen meteen de enorme kwaliteit, door de klimop, het ongedierte en een dikke laag stof heen. Daarop kocht de Vereniging het van de erfgenamen. De restauratiekosten, geraamd op € 600.000, kwamen daar nog bovenop.

De gemeente droeg financieel bij en was intensief bij de herbestemming betrokken. Ook de eigenaren van het huis, de erven Balk, betaalden mee. Daartegenover stond dat zij beiden een kavel kregen, aan weerszijden van het huis. Daar was een bestemmingsplanwijziging voor nodig: verdichten binnen en historisch lint kan immers niet zomaar. Deze deal werd mogelijk gemaakt door de provincie, die naast partijen als de BankGiro Loterij en de Brediusstichting ook een fikse financiële bijdrage leverde aan de restauratie. Als tegenprestatie eiste de provincie dat het huis een (semi-)openbaar toegankelijke functie zou krijgen.

Sinds de opening in maart 2018 is het te huren als vakantiehuis (Monument en Bed) en kun je er een rondleiding krijgen. Dankzij intensief speurwerk in archieven en oude foto’s is gereconstrueerd hoe het er aan het eind van de 19e eeuw moet hebben uitgezien. De renovatie is met chirurgische precisie uitgevoerd: stukje bij beetje zijn alle onderdelen opnieuw in mekaar gezet, waarbij zoveel mogelijk materiaal is behouden en, aan de hand van kleuronderzoek, in 19e eeuwse kleuren hersteld. Dankzij een crowdfunding zijn ook de 19e eeuwse tegeltableaus rondom de twee rug-aan-rug-schouwen teruggebracht.

Succesfactoren

Het belangrijkst was in dit geval het inschakelen van een professionele monumentenorganisatie, vertelt Paul Heilig, medewerker Vergunning van de gemeente Drechterland. ‘Als gemeente heb je niet de positie en de kennis dit eigenhandig op te knappen, en is je reikwijdte beperkt. Elk renovatieproject is maatwerk, maar dit is een algemene en belangrijke les voor alle herbestemmingsprojecten.’ Op zijn beurt is ook de gemeente een belangrijke spil geweest, vertelt Daan Wolthuis. ‘Zonder hun permanente zorg en betrokkenheid was dit niet gelukt. Ook de aannemer heeft een bijzondere klus geklaard. Timmerlieden hadden een enorme expertise en geduld. Voor Hendrick de Keyser is het dan ook de som der delen’. De gemeente, de aannemer, de provincie, de oorspronkelijke eigenaren, dorpsbewoners, historische vereniging Suyder Cogge, de restaurateurs en Hendrick de Keyser zelf. Volgens Wolthuis is er sprake van een voorbeeldige samenwerking en een maximale inzet van alle partijen.

Struikelblokken

‘Toch zijn er, ook bij dit succesvolle project, veel momenten geweest waarop we hadden kunnen stoppen’, vertelt Heilig. Alles aan het gebouw was kapot en aan de buitenkant zag je niet meteen dat het iets bijzonders was. Als we in 2016 niets hadden gedaan, was het gewoon ingestort en van de monumentenlijst afgevoerd. De erven hadden elk verschillende ideeën. Er is dan een tactvolle wethouder nodig die alle partijen om tafel weet te brengen, een betrokken herbestemmingspartij die vaker met zo’n bijltje heeft gehakt, en zich ervoor wil inzetten. Dat we eruit zijn gekomen, is ook aan de erven te danken. Zij zijn bereid geweest tot een akkoord te komen. En uiteindelijk moet je het vertrouwen krijgen van omringende bewoners, vult Wolthuis aan. ‘Het was ook een beetje hun huis.’

Tips

Een professionele herbestemmingspartij, die ervaring heeft met de struikelblokken die onherroepelijk bij herbestemming komen kijken, is een voorwaarde. Maar ook jarenlange inzet en samenwerking. Paul Heilig: ‘Na een paar keer een deksel op je neus niet denken: ‘laat maar zitten.’ Daar heb je betrokken mensen voor nodig, maar ook tact. ‘Soms moet je het even laten liggen, en na een hele tijd weer proberen’ vult Heilig aan. ‘Hoe kostbaar zo’n project ook is, geld is niet het grootste probleem. Als je een goed plan hebt, betrokken partijen met kennis, is dat altijd wel te vinden.’ En tot slot het organiseren van betrokkenheid. Dat is goed gelukt: mede dankzij dorpsbewoners kan het nu worden verhuurd en voor publiek opengesteld. ‘De vereniging heeft zelden projecten meegemaakt waarbij de lokale betrokkenheid zó groot is als bij dit project, zegt ook Isja Finaly, adjunct-directeur van Hendrick de Keyser. ‘We zijn hypertrots op dit resultaat waar eigenlijk alle partijen boven zichzelf zijn uitgestegen’.

Update 2022

Het herbestemmingstraject van het rijkmonumentale langhuis in Oosterleek is inmiddels een paar jaar geleden afgerond en het voormalige woonhuis annex boerderij is inmiddels bestemd tot overnachtingsaccommodatie met museale openstelling. Het Steunpunt ging in gesprek met Paul Heilig, medewerker vergunningen van de SED-gemeenten, om te bespreken welke nieuwe inzichten ontstaan zijn naar aanleiding van het herbestemmingsproces.

Intensief begeleidingsproces

Het herbestemmingstraject van het langhuis is destijds opgepakt door gemeente Drechterland, voordat Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland ambtelijk gefuseerd waren. ‘Destijds had ik een breder takenpakket en kon ik mij in zoiets vastbijten. Dat zou nu niet meer gaan omdat al onze taken duidelijk afgebakend zijn. Je moet namelijk kunnen duwen, trekken maar soms ook even laten gaan om zo iets van de grond te krijgen’, is de ervaring van Heilig. ‘Als je een erfgoedafdeling opricht is het natuurlijk anders, maar binnen de SED Organisatie is de formatie daarvoor te beperkt. Om meer in de uitvoering te kunnen doen zouden we eigenlijk net zoals Archeologie West-Friesland een Monumenten West-Friesland moeten hebben. Dan kunnen mensen zich in dit soort projecten vastbijten’.

Iets teruggeven

Het proces van de herbestemming is heel goed gegaan, vindt Heilig. ‘Ik ben er na oplevering een keertje geweest. Mijn familie had het voor een weekendje gehuurd en het zag er heel goed uit. Ik ben ook best trots op het feit dat ik een bijdrage aan dit project heb geleverd’.

Volgens Heilig is dit proces zo goed verlopen, omdat alle betrokkenen – gemeente, provincie, Hendrick de Keyzer, eigenaren en omwonenden – enthousiast waren over het behoud van de bijzondere plek. ‘ Je moet ook iets teruggeven als je wilt dat die agrarische gebouwen behouden blijven. Veel hebben geen agrarische functie meer en dus is het zoeken naar een goede herbestemming van het gebouw en omliggende gronden. ’Om die reden hebben de erfgenamen, die meebetaalden aan de restauratie, één extra bouwvlak gekregen in het lint rechts naast het langhuis.’

(Tekst: Sophie van Ginneken | Update 2022: Rosanne Bruinsma | Beeld: Ossip van Duivenbode)

Deel dit artikel

Categorieën

Tags

Gerelateerde berichten

  • Subsidies en fondsen voor monumenten

    Categorie: Gebouwd erfgoed

    Het Rijk, de provincie Noord-Holland, de Noord-Hollandse gemeenten én de monumenteneigenaren zelf hebben er belang bij dat een monument in goede onderhoudsstaat blijft. De verschillende overheden komen eigenaren van rijks-, provinciaal of gemeentelijk monumenten (en is sommige gevallen bijvoorbeeld ook beeldbepalende panden) om die reden met verschillende subsidies tegemoet.

  • Cultureel erfgoed in zwaar weer

    Categorie: Gebouwd erfgoed

    Rond de jaarwisseling was er op verschillende plekken in Noord-Holland wateroverlast, waarbij ook het erfgoed werd geraakt. Hoe kunnen gemeenten zich voorbereiden op toenemende weersextremen in de toekomst?