Verslag Erfgoedteam: Verduurzaming van wederopbouwwijken

Op woensdag 27 mei organiseerde het Erfgoedteam de bijeenkomst Verduurzaming van Wederopbouwwijken. Het Erfgoedteam werd vanwege de Coronacrisis, anders dan gebruikelijk, digitaal georganiseerd. Een mooi neveneffect hiervan was de grote hoeveelheid deelnemers, waaronder ook gemeentelijk ambtenaren buiten de provincie Noord-Holland en medewerkers van woningbouwcorporaties.

Gemeenten zijn zich steeds meer bewust van de bijzondere waarden van hun naoorlogse wijken. Daartegenover staat dat door stedelijke vernieuwing en de huidige verduurzamingseisen deze waarden vaker onder druk komen te staan. Bij de afwegingen en keuzes voor ingrepen in gebouwen en gebieden spelen meerdere belangen die strijdig kunnen zijn. Dit vraagt van de erfgoedambtenaar een brede kijk op de opgave bij herstructurering en verduurzaming, en het vermogen om snel te schakelen. Drie presentaties vanuit verschillende perspectieven – vanuit de rol van architectuurhistoricus, gebiedsontwikkelaar en architect – bieden inzicht in de verschillende belangen die spelen.

De architectuurhistoricus over de specifieke waarden van de wederopbouwwijken

Voorafgaand aan de verduurzaming van wederopbouwwijken is het belangrijk inzicht te verkrijgen in de specifieke waarden van de desbetreffende wijk. Jouke van der Werf, architectuurhistoricus en werkzaam als gebiedsadviseur bij Monumenten en Archeologie Amsterdam, legde als eerste spreker uit dat daartoe de cultuurhistorische betekenis en de waarden van stedenbouwkundige, landschappelijke en architectonische uitwerking in beschouwing genomen moeten worden. Ook benadrukte hij dat steeds meer de waardetoekenning door gebruikers een rol is gaan spelen en dat de gebruiker ook echt als expert wordt beschouwd.

De cultuurhistorische betekenis van wederopbouwwijken hangt samen met de behoefte aan meer licht, lucht en zon in dichtbevolkte steden. In wederopbouwwijken werd vorm gegeven aan een ontspannen woonmilieu in het groen, met een menselijke schaal en weinig menging van laag en middel hoogbouw; hoogbouw en middel hoogbouw werd gesitueerd langs de hoofdwegen, daarachter laagbouw. In het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) was er bijvoorbeeld samenhang tussen bebouwing, groen en water. Groen maakte hierin voor het eerst integraal onderdeel uit van de stad. Daarnaast werd geëxperimenteerd met verkaveling. Van der Werf lichtte vervolgens de specifieke punten toe, waarop de stedenbouwkundige, landschappelijke en architectonische waarden van wederopbouwwijken betrekking hebben en hoe belangrijk waarderingskaarten zijn geweest om in Amsterdam deze waarden inzichtelijk te maken. Zo zijn deze kaarten bij de herontwikkeling van de Dobbebuurt gebruikt als aanleiding voor de gesprekken met woningcorporaties in de gezamenlijke zoektocht naar het behoud van de voor deze buurt specifieke waarden.

De gebiedsontwikkelaar over de opgave bij verduurzaming van naoorlogse wijken voor woningcorporaties

Marijke de Vries, gebiedsontwikkelaar bij woningcorporatie Rochdale, liet vervolgens aan de hand van de Dobbebuurt zien, dat de opgave voor naoorlogse wijken voor woningbouwcorporaties veel breder is dan alleen het behoud van erfgoed. Naast de verduurzaming moeten corporaties rekening houden met aspecten als het verbeteren van de technische kwaliteit en de leefbaarheid van de woningen en de wijk in het geheel. Uitgangspunt daarbij is voor hen dan ook dat de kwaliteit van het ensemble behouden blijft. Toch zitten de knelpunten bij verduurzaming van beschermde wijken vooral op het (architectonische) detailniveau. De bescherming van architectonische waarden vraagt soms om kostbare ingrepen. Denk bijvoorbeeld aan kozijnen met geïntegreerde ventilatieroosters of muur- en dakdetails die ondanks na-isolatie behouden moeten blijven. Deze extra kosten komen bovenop de overige kosten, wat vraagt om lastige afwegingen.

De architect over de bouwtechnische mogelijkheden voor verduurzaming van wederopbouwwijken

Ron Baltussen, architect bij Hooyschuur architecten, ging hierna dieper in op de mogelijkheden voor verduurzaming van wederopbouwwijken. Hij liet zien hoe bij gevelisolatie en het vervangen van kozijnen toch rekening gehouden kan worden met het behoud van de kenmerkende architectonische waarden.

Ten aanzien van gevelisolatie toonde Baltussen drie verschillende mogelijkheden: het isoleren aan de binnenzijde, in de constructie of aan de buitenzijde. Elk van deze mogelijkheden gaat gepaard met verschillende voor- en nadelen, die per situatie afgewogen dienen te worden. Wanneer behoud van het gevelbeeld voorop staat is er de keuze tussen isoleren van binnenuit of in de constructie. Wanneer dit minder belangrijk is, en zeer hoogwaardige isolatie gewenst is, kan isoleren aan de buitenzijde worden overwogen.

Baltussen licht toe dat in de jaren ‘80 veel oorspronkelijke kozijnen zijn vervangen door kunststof kozijnen met ventilatieroosters in het zicht. Deze ontsieren de architectuur en er zijn dan ook verschillende mogelijkheden om het oorspronkelijke beeld terug te brengen. Eén van de mogelijkheden is het toepassen van aluminium kozijnen met een profilering conform de oorspronkelijke situatie. Wel zijn aluminium kozijnen kostbaar. Wanneer daar geen budget voor is, kan een kunststof invulling worden overwogen, als daarbij het oorspronkelijke kaderprofiel en de kozijnindeling één op één worden teruggebracht.

Discussie

In de afsluitende discussie tussen de sprekers en de deelnemers aan deze digitale Erfgoedteam-bijeenkomst kwam naar voren dat bij veel gemeenten een inventarisatie van de wederopbouwarchitectuur nog moet plaatsvinden, waardoor het moeilijk is om de specifieke waarden in te schatten en ad hoc beslissingen te nemen. Daarnaast wordt gewezen op het versnipperde bezit in de wederopbouwijken, wat het moeilijk maakt een uniform beeld te realiseren. Marijke de Vries wijst de deelnemers erop dat de verduurzaming van wederopbouwarchitectuur vraagt om een specifieke benadering en dat het maatwerk betreft. Een van de deelnemers suggereert daarom een platform op te richten, waarin door alle partijen goede maatwerkoplossingen met elkaar gedeeld kunnen worden. Wellicht kan in een volgend erfgoedteam dit onderwerp nogmaals behandeld worden, zodat het onderwerp nog verder uitgediept kan worden.

(Beeldverantwoording: Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord-Holland)

Deel dit artikel

Categorieën

Tags

Gerelateerde berichten

  • Schrijf je nu in voor erfgoedmagazine ode

    Categorie: Archeologie, Cultuurlandschap, Duurzaamheid, Gebouwd erfgoed, Omgevingswet

    Schrijf je nu in voor de nieuwste editie van ode en ontvang ode digitaal en/of in je brievenbus.

  • Afbeelding van een kasteel of buitenplaats

    Subsidies en fondsen voor monumenten

    Categorie: Gebouwd erfgoed

    Het Rijk, de provincie Noord-Holland, de Noord-Hollandse gemeenten én de monumenteneigenaren zelf hebben er belang bij dat een monument in goede onderhoudsstaat blijft. De verschillende overheden komen eigenaren van rijks-, provinciaal of gemeentelijk monumenten (en is sommige gevallen bijvoorbeeld ook beeldbepalende panden) om die reden met verschillende subsidies tegemoet.