Herbestemming: Bakenesserkerk – Haarlem

Projectgegevens

Naam Bakenesserkerk
Adres Vrouwestraat 12, Haarlem
Bouwjaar 15e-16e eeuw
Voormalige functie 
Onze Lieve Vrouwekapel op Bakenesse
Nieuwe functie Haarlemse Archeologische dienst
Oplevering 2010
Status Rijksmonument
Architect(en) Gemeente Haarlem Project Management Bureau

For privacy reasons Google Maps needs your permission to be loaded. For more details, please see our Privacy.
Ik Accepteer

Uitpakken met archeologische vondsten

De Bakenesserkerk is een historische blikvanger in het hartje van Haarlem. Na jaren van leegstand vindt sinds 2011 het gemeentelijke Bureau Archeologie hier een onderkomen.

Tekst: Isabel van Lent en ONH | Beeld: Ossip van Duivenbode

Toen

De Bakenesserkerk begon als een eenvoudige kapel gewijd aan de maagd Maria. Niet toevallig dankt de Vrouwenstraat haar naam aan deze kapel. Niemand weet wie de kapel heeft opgericht, maar er zijn sterke vermoedens dat dit Willem II moet zijn geweest omstreeks 1250. We weten van deze kapel omdat deze genoemd wordt in rekeningen uit 1421. In 1480 onderging het godshuis de eerste verbouwing en werd de kapel een kerk. De fundamenten werden gelegd voor de karakteristieke toren die er een eeuw later zou komen.

(De bovenstaande tekst komt uit het uitgebreide verhaal dat te lezen is op de website van Oneindig Noord-Holland).

Herbestemming

Voordat de medewerkers van het gemeentelijke Bureau Archeologie er in 2011 hun intrek namen, had de Bakenesserkerk al jaren leeggestaan. Projectleider Paul Morel van Stadsherstel, die veel ervaring heeft met de herbestemming van kerken, werd in 2009 door de toenmalige wethouder Chris van Velzen benaderd. Behalve tijdelijk gebruik als tentoonstellingsruimte, wilde het de gemeente niet lukken om een nieuwe functie voor de langere termijn te vinden. Stadsherstel besloot de rijksmonumentale kerk aan te kopen met de afspraak dat het gebouw een publieksfunctie zou krijgen én dat de gemeente het langdurig zou huren als kantoor. Dat bleek nog niet eenvoudig: ‘Op een kantoor zitten mensen acht uur stil achter een bureau. Het is lastig om zo’n grote open ruimte voldoende te verwarmen. Er ontstaan luchtstromen die tegen een koude wand opbotsen en vervolgens naar beneden tuimelen’, legt Morel uit. Om dit te voorkomen, liet hij een stromingsstudie maken, waarbij alle vlakken en warmtebronnen van de ruimte in een computermodel werden uitgetekend. Het totale vloeroppervlak is vervolgens van vloerverwarming voorzien. Het bleek een geluk bij een ongeluk te zijn dat de vloerverwarming geen impact had op het monumentale karakter van de kerk. ‘In de jaren dertig is hier al een betonvloer aangelegd, dus van monumentale grafzerken is geen sprake meer’, vertelt stadsarcheoloog Anja van Zalinge. Er werden voorzetramen geplaatst, gewelven geïsoleerd en onder de ramen zijn convectoren aangebracht. Morel vertelt: ‘Herbestemming vraagt om een integrale aanpak. Dat betekent ook een grote rol voor bouwfysica. Hoe mooi mensen het gebouw ook vinden, als het koud is, is dat het eerste waar ze over bellen.’

Succesfactoren

Behalve een kantoor, heeft de kerk ook een publiek toegankelijk deel waar Haarlemse archeologische vondsten worden tentoongesteld. Deze ruimte wordt van het kantoorgedeelte afgeschermd door middel van glazen wanden en vitrines. ‘Het is soms wel aapjes kijken’, lacht Van Zalinge. ‘Zeker in de zomer loopt het hier vol met dagjesmensen.’ Zij is blij met haar dagelijkse onderkomen: ‘De ambiance is fantastisch, de ruimte voelt heel sereen. En we krijgen de kans om uit te pakken met archeologische vondsten en die aan het publiek te tonen.’ Vanuit de gemeente committeerden diverse mensen zich aan de reddingsactie van de Bakenesserkerk. Initiatiefnemer was Chris van Velzen die helaas in 2010 overleed vlak voordat de restauratie gereed was. Ook Martin Busker, restauratiearchitect van de gemeente was nauw bij het project betrokken. Bij nader onderzoek van bouwhistoricus Maarten Enderman kwam nieuwe informatie over de kerk naar boven. Morel vertelt: ‘We gingen ervan uit dat de Bakenesserkerk altijd als kerk gefunctioneerd heeft. Maar uit het onderzoek blijkt dat het gebouw waarschijnlijk als gasthuis diende voor zieke pelgrims op weg naar Santiago de Compostela. Het oudste deel van de kerk bevatte meerdere ingangen en is vaak verbouwd. Dit soort onderzoek geeft inzicht in de geschiedenis van Haarlem als pelgrimsstad.’

Struikelblokken

De restauratie bracht veel technische uitdagingen met zich mee. En hoewel het over het algemeen goed toeven is in de kerk, moet Van Zalinge ook toegeven dat het nooit hetzelfde zal zijn als in een ‘gewoon’ kantoor. ‘Voor die functie is het nooit gebouwd, dus zo ga je het ook nooit krijgen. Er zal altijd en afweging moeten plaatsvinden tussen monumentaliteit en functionele belangen. Het blijft een ruimte van twaalf meter hoog. Echt warm wordt het niet, en als het hard waait zie je de kroonluchters wiegen. Daar staat tegenover, dat het er op warme zomerdagen behaaglijk koel is.’ Vlak na de oplevering zorgde de ontdekking van bonte knaagkevers voor veel onrust. Morel: ‘Doordat de ruimte werd verwarmd, kwamen ze ineens uit de eikenhouten balken vallen. Ze hadden kennelijk heel diep in het hout gezeten, want we hadden ze niet eerder opgemerkt. Dat was een behoorlijke heisa. Het gebouw moest gesaneerd worden, alle gebruikers moesten er tijdelijk uit.’

Tips

Volgens Morel bestaat er nog steeds veel onzichtbare leegstand: ‘Vooral in kleinere gemeenten weet men tot op de vierkante centimeter wat er in het bestemmingsplan staat, maar welke gebouwen er leegstaan, is vaak onbekend.’ Zijn tip is dan ook: ‘Weet wat er binnen je gemeente speelt. Er zijn zat kerken die tot het laatste moment met vijf mensen blijven doorsukkelen.’ Ook is het van belang om de leegstand te relateren aan de vraag die er binnen de gemeente naar ruimte is, of het nu gaat om een winkel, een advocatenkantoor of woningen. Morel: ‘je moet echt out-of-the box durven denken.’ De kerken van stadsherstel hebben allemaal een publieksfunctie. ‘Ik kan aanbevelen om dingen lokaal te organiseren. Onze beheerders wonen bij de kerk om de hoek.’ Voor, tijdens en na de restauratie werd de kerk zoveel mogelijk aan bezoekers getoond. Zo gaf de Stichting Vrienden van de Bakenes een nieuwjaarsborrel in de kerk, toen de verbouwing nog in volle gang was. Morel: ‘Stel zo’n kerk open en laat zien wat je doet. Niet pas als het klaar is, maar ook als je er nog aan moet beginnen.’

Kijk voor meer informatie ook op de website van Bureau Archeologie Haarlem en de website van Stadsherstel Amsterdam.

Deel dit artikel

Categorieën

Tags

Gerelateerde berichten

  • Subsidies en fondsen voor monumenten

    Categorie: Gebouwd erfgoed

    Het Rijk, de provincie Noord-Holland, de Noord-Hollandse gemeenten én de monumenteneigenaren zelf hebben er belang bij dat een monument in goede onderhoudsstaat blijft. De verschillende overheden komen eigenaren van rijks-, provinciaal of gemeentelijk monumenten (en is sommige gevallen bijvoorbeeld ook beeldbepalende panden) om die reden met verschillende subsidies tegemoet.

  • Cultureel erfgoed in zwaar weer

    Categorie: Gebouwd erfgoed

    Rond de jaarwisseling was er op verschillende plekken in Noord-Holland wateroverlast, waarbij ook het erfgoed werd geraakt. Hoe kunnen gemeenten zich voorbereiden op toenemende weersextremen in de toekomst?